#19 - 13 januari 2021 - 63 min. - link link is gekopieerd

Jan Cremer

Kunstenaar

Jan Cremer is kunstenaar. Vooral schilder en schrijver, maar op zekere momenten in zijn carrière ook bijvoorbeeld beeldhouwer, verslaggever, fotograaf en regisseur. Jan is niet alleen veelzijdig, maar ook avontuurlijk. Op zijn veertiende al reisde hij naar Parijs zonder een cent op zak maar met een tas vol verf en kwasten. En in 1964 – op zijn 24ste – debuteerde hij als schrijver met Ik Jan Cremer. Deze steen in de Nederlandse literaire vijver werd een instant bestseller die in tientallen landen vertaald is. De rode draad door Jans carrière is zijn tomeloze energie, tegendraadsheid en gogme, waarmee hij altijd gemakkelijk de aandacht naar zich toe heeft getrokken. Ik kwam erop Jan te interviewen omdat mijn broer en schoonzus wat zeelandschappen van hem hebben gekocht. Vroeger kende ik hem vooral van de trilogie die in mijn vaders boekenkast stond, maar toen ik me verder in hem verdiepte, kwam ik erachter wat een bijzondere kunstenaar hij is.

Ik ontmoet Jan in de galerie van zijn vrouw Babette, aan de Keizersgracht. We beginnen het gesprek – zoals te doen gebruikelijk – over Jans jeugd. Vanaf z’n vijfde jaar al begon hij met schilderen. We hebben het over zijn ouders die hem het talenten meegaven om zowel te schilderen (moeder) als schrijven (vader). Het gaat ook over zijn moeilijke jeugd. Over het feit dat hij op straat leefde, sterk door de Tweede Wereld Oorlog gevormd is en het stempel moeilijk opvoedbaar kreeg. Al deze zaken hebben hem jong volwassen gemaakt, zo legt hij uit.

We hebben het over zijn ervaring op de Academie. Hij vertelt dat hij dankzij zijn voogd, Rutger van der Loef (rechter in Almelo), de kans kreeg om naar de Academie in Arnhem te gaan. En hoe hij daar al op de eerste dag ruzie kreeg. We hebben het ook over de dingen die hij leerde op de verschillende academies die hij heeft bezocht. Op elke academie pakte hij wel íets mee dat hij in zijn ‘ransel’ stopte. Bijvoorbeeld de basale schildertechnieken.

Uiteraard praten we ook over zijn vele reizen. Dat begon met zijn aanmelding bij de marine. Ook vertelt hij over zijn tijd in New York. Daar bracht hij veel tijd door in het Chelsea Hotel met de grote der aarde. Maar hij was er niet van onder de indruk, want ze stonden nog aan het begin van hun grote bekendheid. Ik vraag Jan ook of hij zich nog wel Nederlander voelt. Wat blijkt; dankzij corona heeft hij Nederland opnieuw ontdekt. Hij overweegt er zelfs vanaf nu grotendeels te blijven wonen.

Een ander onderwerp dat ter sprake komt is zijn aanleg om de media te bespelen. Al is hij het niet eens met mijn quote van Cézanne, ‘The most seductive thing about art, is the personality of the artist himself’. Hij brengt daar tegenin: ‘writers have to be read, not met’). Toch komen er vele voorbeelden langs in het interview waarin hij de media op een slimme manier bespeelde.

Verder hebben we het over de waarde van kunst, over zijn fotografisch geheugen, het verschil tussen schrijven en schilderen, zijn werkdiscipline, zijn ’to do list’ met projecten, en nog vele andere zaken.

Luister het hele interview in de Soundcloud-embed bovenaan de pagina of op het podcastplatform van jouw voorkeur. Er staat ook nog een samenvattend artikel in de Adformatie.